Naaisters zijn dan wel nooit kunstenaars volgens RVA. Betekent dit dat je niet kan genaaid worden? We weten dat een werkloze voortaan minder pensioen zal genieten. De regering-Michel zocht een oplossing voor het feit dat een werkloze meer pensioenrechten kan opbouwen dan wie werkt. Ieder gewerkt jaar telt nu mee voor het pensioen. Werkozen krijgen minder. Voor sommige beroepscategorieën bestaan uitzonderingen zoals mijnwerkers, zeevaarders, beroepsjournalisten, vliegend personeel. Voor kunstenaars helaas geen uitzonderingen. Je kan dus beter vissen (al dan niet op haaien). Zijn kunstenaars (ook voor hen die beweren ze te verdedigen) een quantité négligable?
Nochtans is het typisch dat de loopbaan van veel kunstenaars gekenmerkt wordt door het gebruik van het 'statuut van de kunstenaar' en dus gekenmerkt door periodes waarin er geen werk is gezien het projectmatige werken in deze sector. Dat betekent dat kunstenaars noodgedwongen periodes van heel intens werken (die meestal niet even intens worden verloond!) afwisselen met periodes van stempelen. Nogmaals: dit is niet de keuze van de kunstenaar om op deze manier te werken. Gelukkig wordt er momenteel in de Commissie Sociale zaken van het federaal parlement constructief gedebatteerd over het 'statuut'. ArtistsUnited was uitgenodigd op de eerste zitting hierover. Meer nieuws volgt. Wij hebben alvast gepleit voor (op korte termijn makkelijk te realiseren) verbeteringen aan de huidige regelgeving. En op lange termijn zal er nagedacht worden over een echt statuut voor de kunstenaar. Alle ideeën zijn welkom! Ook over de financiering hiervan Laat je stem horen. (contact of support@artistsunited.be). Sommige ideeën van het D.I.T. initiatief van Kunstenpunt (samen de positie van kunstenaars versterken) kunnen reeds bijdragen.
Vanwaar de huidige wijzigingen in de regels?
Herinnert u zicht de ophef over het verhaal eerder dit jaar van enkele Waalse dames: de ene was ruim 30 jaar werkloos en had meer pensioen dan de andere die 40 jaar als zelfstandige had gewerkt.
Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) lanceerde een wetsontwerp waardoor alle jaren dat iemand werkt ook extra pensioen opleveren. Dus meer dan 45 jaar kan nu: Voor wie vanaf 1 januari 2019 met pensioen gaat, tellen alle gewerkte jaren mee voor het pensioenbedrag. Dit geld zowel voor werknemers als voor zelstandigen. (Tiens, niet voor ambtenaren?)
Tegelijk is er een Koninklijk Besluit waardoor mensen die langdurig werkloos zijn een lager pensioen krijgen.
Werkloosheid geldt als een gelijkgestelde periode, waardoor ook in die tijd pensioenrechten worden opgebouwd. In de eerste jaren werkloosheid wordt het pensioen nu berekend op basis van het laatste loon. Vanaf 2019 is dat enkel nog het geval voor het eerste jaar werkloosheid! Daarna zal het pensioen opgebouwd worden op basis van het minimumjaarrecht. (ondergrens ).
Ook bruggepensioneerden zullen minder pensioenrechten opbouwen. Voor hen wordt vanaf 60 jaar het minimumjaarrecht de basis voor de pensioenberekening en niet langer het loon dat ze ontvingen vooraleer ze met brugpensioen gingen.
Ook nu werkloosheid minder meetelt in de pensioenopbouw, is het nog mogelijk dat iemand na langdurige werkloosheid meer pensioen krijgt dan iemand die werkte. Vincent Van Quickenborne pleitte er daarom al voor om de pensioenopbouw verder te laten dalen naarmate iemand langer werkloos is. Toch zouden er volgens een door Van Quickenborne ingediend wetsvoorstel tot tien jaar werkloosheid pensioenrechten worden opgebouwd en pas daarna niet meer. (http://www.tijd.be/krant/ipaper/20170722#detail/9915791)
Pensioenberekening, hogere wiskunde
Algemeen is het totaal jaarlijks pensioen gelijk aan de som van de pensioenbedragen van elk loopbaanjaar. Elk kalenderjaar van de beroepsloopbaan als werknemer geeft een bepaald pensioenaandeel volgens de volgende formule: (Totaal loon x herwaarderingscoëfficiënt / 45) x gezinstoestand 60% of 75%
Online raming: http://www.onprvp.fgov.be/NL/profes/calculation/rating/paginas/default.aspx
Het jaarloon wordt aangepast aan de huidige kosten voor levensonderhoud door het te vermenigvuldigen met een herwaarderingscoëfficient.
Het zo geherwaardeerde loon wordt gedeeld door het aantal jaren dat overeenkomt met een volledige loopbaan (45 voor een werknemer). Het verkregen resultaat wordt vermenigvuldigd met 60 of 75 % naargelang de gezinstoestand.
herwaarderingscoëfficiënten sinds het jaar 1955 |
|||
---|---|---|---|
Loonjaar |
Ingangsdatum, ten vroegste op 01/06/2017 |
Loonjaar |
Ingangsdatum, ten vroegste op 01/06/2017 |
1955 |
7,004042 |
1956 |
6,842402 |
1957 |
6,631572 |
1958 |
6,547899 |
1959 |
6,341203 |
1960 |
6,448838 |
1961 |
6,385565 |
1962 |
6,297258 |
1963 |
6,164885 |
1964 |
5,918457 |
1965 |
5,686642 |
1966 |
5,459083 |
1967 |
5,307925 |
1968 |
5,164512 |
1969 |
4,977987 |
1970 |
4,791180 |
1971 |
4,591665 |
1972 |
4,354297 |
1973 |
4,071158 |
1974 |
3,612977 |
1975 |
3,203977 |
1976 |
2,935017 |
1977 |
2,740306 |
1978 |
2,623125 |
1979 |
2,510774 |
1980 |
2,354249 |
1981 |
2,187428 |
1982 |
2,011852 |
1983 |
1,868680 |
1984 |
1,792309 |
1985 |
1,743297 |
1986 |
1,720991 |
1987 |
1,728605 |
1988 |
1,708765 |
1989 |
1,657264 |
1990 |
1,602023 |
1991 |
1,552182 |
1992 |
1,515369 |
1993 |
1,474727 |
1994 |
1,462208 |
1995 |
1,439786 |
1996 |
1,416353 |
1997 |
1,397923 |
1998 |
1,380356 |
1999 |
1,367451 |
2000 |
1,342213 |
2001 |
1,306374 |
2002 |
1,283495 |
2003 |
1,265111 |
2004 |
1,244846 |
2005 |
1,218419 |
2006 |
1,197237 |
2007 |
1,176446 |
2008 |
1,128774 |
2009 |
1,122154 |
2010 |
1,103706 |
2011 |
1,070940 |
2012 |
1,043297 |
2013 |
1,030510 |
2014 |
1,046909 |
2015 |
1,015732 |
2016-2017 |
0,994913 |
http://www.onprvp.fgov.be/NL/profes/calculation/career/wages/revaluation...